Artsen laten het te vaak na om jonge vrouwen met kanker te wijzen op de mogelijkheden om vruchtbaar te blijven. Specialisten krijgen nieuwe richtlijnen waarbij er meer aandacht komt voor de kinderwens. Dat meldt het Algemeen Dagblad.
Jaarlijks krijgen zo'n 2.400 jonge vrouwen kanker, bij slechts een klein deel van hen vindt overleg met een vruchtbaarheidsspecialist plaats over het invriezen van eieren, embryo's of weefsel. De nationale commissie 'Fertiliteitsbehoud bij vrouwen met kanker' wil hier verandering in brengen. De commissie heeft nieuwe richtlijnen opgesteld waarin staat dat oncologen en hematologen voor de start van de behandeling altijd een gesprek beginnen over vruchtbaarheid. Deze richtlijnen zijn voor vrouwen én kinderen. “Als je er niet op dat moment over nadenkt loop je een groot risico dat je later de keuze niet meer hebt en het moederschap aan je voorbij gaat. Chemotherapie en bestraling kunnen de voorraad eitjes aantasten”, aldus commissievoorzitter Ina Beerendonk.
Het is bij vrouwen ingewikkelder om eieren in te vriezen dan in het invriezen van zaad bij mannen. Zo is er bijvoorbeeld een hormoonbehandeling nodig. Beerendonk denkt dat specialisten vooral bezig zijn met kankerbestrijding en het proces rondom vruchtbaarheidsmaatregelen vaak te lang duurt en daarbij de behandeling in de weg zit. De nieuwe richtlijnen geven goed weer wat de laatste ontwikkelingen zijn op het gebied van voortplantingstechnologie. “Tot 2009 konden we alleen embryo's invriezen, maar als je jong kanker krijgt, heb je vaak nog geen vaste partner en al heb je die: wil je daar kinderen mee? Nu is eitjes invriezen een goed alternatief”, zegt Beerendonk.
Bij het Radboudumc, waar Beerendonk voortplantingsgynaecoloog is, komt jaarlijks zo'n 10 procent van de 450 jonge kankerpatiëntes (tussen de 18 en 40 jaar) op gesprek om over hun kinderwens te praten. Het aantal consulten groeit langzaam, maar het gaat niet snel genoeg. Volgens Beerendonk neemt uiteindelijk de helft van de patiëntes na een gesprek met de gynaecoloog actie.
©Nationale Zorggids