Kinderen die niet meer thuis kunnen wonen, verliezen vaak het contact met een of meerdere personen die belangrijk voor hen zijn. Uit huis geplaatste kinderen zijn afhankelijk van hulpverleners voor het contact met hun ouders, familie en vriendjes. Hulpverleners hebben te weinig tijd om dat waar te maken, of hebben vooroordelen over het sociale netwerk van een kind en werken er niet mee samen. Dit blijkt uit onderzoek van Stichting Het Vergeten Kind. Daarom pleit het ervoor om de naam Jeugdzorg te wijzigen naar Gezinszorg, meldt Stichting Het Vergeten Kind.
De meeste kinderen verliezen door hun uithuisplaatsing contact met minstens één iemand die belangrijk voor hen is (56 procent). Dat blijkt uit onderzoek van de stichting onder 72 kinderen en 15 hulpverleners. Kinderen voelen zich er schuldig over, verdrietig of alleen. Mika (18 jaar) vertelt: “Ik heb een jaar lang met niemand contact gehad, buiten mijn moeder om, omdat ik een paar steden verderop uit huis was geplaatst.” De stichting maakt zich daar boos om, want een van de doelen van de decentralisatie van de jeugdzorg was juist dat kinderen dicht bij huis op kunnen groeien, met hun eigen netwerk om zich heen.
Wachttijden
Dat kinderen toch het contact kwijtraken met mensen die belangrijk voor hen zijn, komt volgens hulpverleners doordat (sommige) collega-hulpverleners de ouders en familie van kinderen veroordelen, niet serieus nemen en niet met hen willen samenwerken. Tegelijkertijd hebben andere, welwillende hulpverleners te weinig tijd en een te grote werklast. Ook komt het voor dat wachttijden voor een begeleide omgangsregeling zo lang zijn, dat ouders en kinderen elkaar maandenlang niet kunnen zien.
Andere aanpak
Het Vergeten Kind dringt aan op een andere aanpak. Zolang hulpverleners het netwerk van kinderen niet zien als een kans om een veilige en liefdevolle opvoedomgeving te creëren, verliezen kinderen te veel steun. De stichting roept alle sociale opleidingen op om binnen 3 jaar hun curriculum zo in te richten dat er meer aandacht is voor het opbouwen van een gelijkwaardige samenwerking met ouders en netwerk van het kind. Ook bestuurders en beleidsmakers moeten hulpverleners meer tijd geven voor dit essentiële deel van hun werk.
Door: Nationale Zorggids