Jong beginnen met drinken hangt samen met een grotere kans op alcoholproblemen op latere leeftijd. Ook zijn er aanwijzingen dat alcoholconsumptie bij jongeren van invloed is op de ontwikkeling van de hersenen. Op de vraag of er een verband is tussen alcoholconsumptie en verminderde cognitieve functies of slechtere schoolprestaties levert de wetenschap geen duidelijk antwoord op. Dit schrijft de Gezondheidsraad aan staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid.
In 2014 is de leeftijd waarop alcohol gekocht mag worden verhoogd van 16 naar 18 jaar. De overheid wil jongeren beschermen tegen de gevaren van alcoholconsumptie, zoals een groter risico op ongelukken, geweld en tal van ziekten en aandoeningen. Vooral voor jongeren is alcohol schadelijk. Zij lopen bijvoorbeeld sneller dan volwassenen een alcoholvergiftiging op.
Uit onderzoek blijkt dat alcoholconsumptie door jongeren ook van invloed is op alcoholgebruik op latere leeftijd. Hoe vaker jongeren drinken of hoe jonger ze beginnen met drinken, hoe hoger het risico is op het ontwikkelen van een alcoholprobleem, zoals verslaving.
De Gezondheidsraad heeft breed geïnventariseerd wat in de wetenschap bekend is over de invloed van alcoholconsumptie op de hersenen van jongeren. Daarbij heeft de raad zowel onderzoeken naar hersenstructuur en hersenactiviteit beoordeeld, als onderzoeken naar cognitieve functies en schoolprestaties. Er zijn aanwijzingen dat de hersenstructuur zich afwijkend ontwikkelt bij jongeren die drinken. Of alcoholconsumptie van invloed is op het cognitief functioneren of op de schoolprestaties van jongeren is niet duidelijk.
Door: Redactie Nationale Zorggids