In 2017 was 4 procent van de jongeren tussen de 15 en 25 jaar niet aan het werk, en volgde ook geen opleiding. Dat komt neer op 84.000 jongeren. Ruim vier op de tien geeft aan ook niet te willen of kunnen werken. Voor deze groep jongeren geldt dat ze ziek of arbeidsongeschikt zijn. Verder geeft 6 procent de zorg voor het gezin of het huishouden als reden. Vergeleken met hun leeftijdsgenoten hebben niet-werkende en niet-onderwijsvolgende jongeren bijna twee keer zo vaak één of meer kinderen. Dat meldt CBS.
43 procent van de jongeren die niet werken én geen onderwijs volgen, geeft aan dat ze niet willen of kunnen werken. Deze groep staat het verst af van de arbeidsmarkt. Daarnaast kan bijna één op de vijf niet direct beginnen, of heeft niet recent naar werk gezocht. Bijna een derde van de niet-werkende en niet-onderwijsvolgende jongeren is op zoek naar werk en is daar ook direct beschikbaar voor.
Door: Redactie Nationale Zorggids