Normal_moeder_dochter_kind_familie

Het overgrote deel van de meisjes die eerder op de gesloten afdeling van een jeugdinstelling zaten, functioneert 4,5 jaar na afloop van de behandeling niet goed. Dit blijkt uit onderzoek van jeugdpsychiater Anne Krabbendam. Zij vond dat juist de jonge vrouwen die intussen moeder waren geworden een moeilijke maatschappelijke positie hebben. Krabbendam pleit voor intensieve nazorg voor deze meisjes die slechte vooruitzichten hebben. “We moeten overdracht van de problemen op de volgende generatie voorkomen, anders komen de kinderen van deze moeders ook in een gesloten jeugdinstelling terecht.” Dat meldt VUmc. 

Meisjes die op een gesloten jeugdinrichting verblijven zijn erg kwetsbaar door een combinatie van trauma, gedragsproblemen en andere psychiatrische stoornissen. Anne Krabbendam deed vervolgonderzoek onder 184 gedragsgestoorde meisjes die vijf jaar eerder opgenomen waren op last van de kinderrechter.

Krabbendam concludeert dat het risico op een verstoorde ontwikkeling en blijvende problemen in de volwassenheid groot is. 90 procent van de inmiddels jongvolwassen vrouwen functioneerde 4,5 jaar na afloop van de behandeling slecht. Bij 59 procent was sprake van één of meer psychiatrische stoornissen (o.a. depressie, persoonlijkheidsstoornissen) en 96 procent vertoonde beperkingen in het sociaal-maatschappelijk functioneren (geen diploma, geen werk en agressie in de relatie). “We stelden vast dat een derde van deze jonge vrouwen moeder is”, vertelt Krabbendam. “De moeders functioneerden slechter dan de vrouwen zonder kind: moeders leefden bijvoorbeeld vaker van een uitkering en hadden meer last van een depressie, hoewel ze minder vaak drugs gebruikten.” Vanwege het vaak moeizame functioneren is het niet verrassend dat veel van deze moeders moeite hebben het kind op te voeden. Krabbendam: “Omdat de impact van een moederschap vrijwel altijd onderschat wordt, moet er in behandeling en begeleiding van meisjes in de gesloten jeugdinstelling aandacht zijn voor het voorkómen van zwangerschappen.”

De ernst van de problemen bij meisjes in gesloten instellingen en de slechte vooruitzichten, maken dat de onderzoekers in de toekomst willen voorkómen dat meisjes daar terecht komen. Krabbendam ziet op basis van haar onderzoek kansen in de nazorg aansluitend op een opname. “Als we verhinderen dat de problemen worden overgedragen op de volgende generatie, kunnen we hopelijk voorkomen dat kinderen van deze moeders ook weer in een gesloten jeugdinstelling belanden”, zegt Krabbendam. “Alleen door preventie kan de vicieuze cirkel van verwaarlozing, mishandeling, psychiatrische stoornissen, gesloten plaatsing en getroebleerd moederschap doorbroken worden."

©Nationale Zorggids