De afgelopen jaren zijn veel werknemers in de zorg hun baan kwijtgeraakt. Hoewel het banenplan van het kabinet mogelijkheden biedt voor een deel van het getroffen zorgpersoneel, blijkt het vooral voor de laagopgeleide verzorgers problematisch om vervangend werk te vinden. Dit meldt Zorgvisie.
In de afgelopen twee jaar verloren 55.000 mensen in de zorg hun baan. Slechts 18.000 daarvan komen uit de thuiszorg, een sector waar ruimte voor onderhandelingen is. De laagopgeleide verzorgers uit verzorg- en verpleeghuizen zijn moeilijk naar nieuwe banen te begeleiden. Dit blijkt uit het rapport 'Arbeid in Zorg en Welzijn, Jeugdzorg en Kinderopvang 2015' dat dinsdag is gepubliceerd.
Het ontslagen zorgpersoneel heeft soms de mogelijkheid tot om- of bijscholing. Vaak start deze scholing op niveau 4 (mbo) terwijl de getroffen verzorgenden soms niet hoger zijn opgeleid dan niveau 2. Bijscholing via de 'sectorplannen' is voor deze groep dus niet mogelijk.
Brancheorganisatie Actiz kijkt er van op dat er niet meer aandacht uitgaat naar de groep werknemers die het moeilijk heeft. “Het verbaast ons dat staatssecretaris Van Rijn in zijn Kamerbrief over het arbeidsmarktrapport helemaal niet over deze problematiek aan de onderkant van de zorgarbeidsmarkt rept en vasthoudt aan de lopende banen-en opleidingsplannen”, zo zegt Jan de Vries, algemeen directeur van Actiz.
In zowel ziekenhuizen als de gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg zijn veel ontslagen gevallen. In 2013-2014 vervielen 8000 banen binnen de gehandicaptenzorg. In de GGZ ging het aantal banen met 3,4 procent omlaag. Dit komt mede door de bezuinigingen en transities. In ziekenhuizen was een daling van 1,7 procent in het personeelsbestand.
© Nationale Zorggids
