Naar schatting leven er in Den Haag tussen de 190 tot 250 vrouwen in een gedwongen isolement. Deze ‘verborgen vrouwen’, worden door de partner en/of (schoon)familie gedwongen om geïsoleerd van anderen te leven. Vaak gaat dit gepaard met psychische intimidatie of zelfs fysiek geweld. Over het algemeen genomen blijken professionals echter niet altijd bewust te zijn van het fenomeen en weten daardoor eventuele signalen niet goed op te pikken. Het Verwey-Jonker Instituut maakte deze omvangschatting in opdracht van de gemeente, zo meldt het instituut.
“Het aantal van 250 vrouwen is geen maximum," vertelt onderzoeker Lisanne Drost, "vanwege de complexiteit van de problematiek is het zeker niet onmogelijk dat de daadwerkelijke aantallen nog hoger liggen.” Voor het onderzoek is gesproken met sleutelfiguren op beleidsniveau en vrijwilligers en professionals uit de praktijk, zij zijn werkzaam in acht verschillende Haagse wijken.
Vooral het stelselmatige gebruik van psychisch en lichamelijk geweld, waar ook de kinderen getuigen van (kunnen) zijn, baart zorgen en geeft de urgentie voor een daadkrachtige aanpak weer. Het instituut bekeek dan ook welke aanknopingspunten er zijn voor gericht beleid. Drost: “Deze vrouwen hebben nauwelijks contact met de buitenwereld, maar gelukkig zijn er wel enkele contactmomenten.” Bijvoorbeeld bij de huisarts, het consultatiebureau, de wijkagent of op de school van hun kinderen. “De vrouwen worden ook op deze momenten begeleid, maar het is aan de professional om de tekenen op te pikken. Bijvoorbeeld als de vrouw angstig oogt, er kenmerken zijn van huiselijk geweld en/of de partner of een familielid altijd het woord voert.”
Toch concludeert het instituut dat professionals zich niet altijd bewust zijn van het fenomeen verbogen vrouwen. Het Verwey-Jonker Instituut adviseert om de problematiek te blijven agenderen, bespreekbaar te maken en te investeren in het bevorderen van deskundigheid op dit thema. De gemeente Den Haag gaat aan de slag met de resultaten van het onderzoek.
© Nationale Zorggids