Elk jaar overlijden in Nederland vier tot acht kinderen door een gebrek aan geschikte donororganen. Dat aantal kan mogelijk omlaag als er meer aandacht komt voor kinderen als potentiële donor. Dat betoogt Marion Siebelink in een proefschrift waarop ze volgende week in Groningen promoveert, zo meldt Trouw.
In Nederland staan zeventig kinderen op de wachtlijst voor transplantatie van een orgaan. De meesten wachten op de donatie van een nier of van een lever. Soms is levende donatie mogelijk, van bijvoorbeeld ouder op kind. Maar voor kinderen die wachten op een long, hart of alvleesklier is dat geen oplossing. Voor sommige organen zijn kinderen afhankelijk van leeftijdsgenoten als donor.
Kinderen tot twaalf jaar kunnen zich niet zelf registreren in een donorregister. Ouders moeten dus voor hen beslissen over donatie maar die zitten volgens Siebelink vlak na het overlijden van hun kind in 'een achtbaan aan emoties'.
De meeste artsen blijken kinderen niet altijd te herkennen als geschikte donor. Medici weten volgens Siebelink bijvoorbeeld onvoldoende over de technische mogelijkheden van orgaan- en weefseldonatie door kinderen. De promovenda bepleit daarom de invoering van een protocol dat artsen steun geeft in zulke situaties.
Volgens Siebelink zou het een goede zaak zijn als ouders orgaandonatie door hun kinderen samen bespreken voor het geval ze onverhoopt voor die keuze worden gesteld. Nog beter is het als ouders er met hun kinderen over praten. Siebelink bepleit ook dat orgaandonatie in het basisonderwijs aan bod komt, bijvoorbeeld in groep zeven. Op basis van haar onderzoek is een digitale lesmodule ontwikkeld. Volgens Siebelink draagt discussie op school bij aan discussie thuis.
© Nationale Zorggids