Het RIVM heeft op verzoek van het ministerie van VWS een overzicht gemaakt van de wetgeving in Europa ten aanzien van het gebruik, de productie, verkoop of distributie van de zogenoemde designer drugs. Ook zijn de voor- en nadelen geïnventariseerd van de verschillende wettelijke mogelijkheden. Dat meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Per jaar verschijnen ongeveer vijftig nieuw 'ontworpen' drugs op de Europese markt, die bijna allemaal weer binnen enkele maanden van de markt verdwijnen. Een voorbeeld van een designer drug is XTC, of de vele varianten daarop. Verschillende Europese lidstaten dringen aan op een Europese procedure via wetgeving om deze drugs snel te kunnen verbieden. In sommige lidstaten kost het nu enkele maanden om een verbod op een nieuwe drug wettelijk te regelen, zodat niet direct kan worden ingegrepen. Ook blijkt de wet- en regelgeving in de lidstaten onderling sterk te verschillen.
Het blijkt dat er in de verschillende Europese landen vanuit hun huidige wetgeving reeds diverse mogelijkheden zijn om de productie en verkoop van designer drugs te verbieden. Voorbeelden zijn een verbod via de zogeheten generieke wetgeving en de geneesmiddelenwet, en een verbod via een noodprocedure waarmee snel kan worden ingegrepen als zich fatale incidenten voordoen. Met de zogeheten generieke wetgeving worden groepen van stoffen op voorhand direct verboden, zodat het minder makkelijk wordt om varianten op bestaande drugs te ontwerpen.
In Nederland wordt de generieke wetgeving niet toegepast, omdat dit volgens het RIVM onbedoeld nadelige effecten kan hebben. Opsporingsdiensten krijgen minder zicht op het gebruik en de handhaving van het strafrechtelijk systeem zal een stijging van kosten met zich meebrengen.
© Nationale Zorggids