Ongeveer tien procent van de studenten in het hoger onderwijs wordt tijdens de studie belemmerd door een functiebeperking. Deze studenten zijn vooral kritisch over de informatievoorziening, intake en begeleiding bij hun studie. Dat blijkt uit het Jaarrapport studeren met een functiebeperking dat Expertisecentrum handicap + studie gisteren in samenwerking met C.H.O.I. publiceerde. Dit meldt Expertisecentrum handicap + studie.
Positief zijn de studenten over het begrip van hun docenten en medestudenten, maar ze vinden wel dat docenten vaak relevante kennis van zaken missen. Ook de aanpassing van tentamens, aanpassing van gebouwen en digitale toegankelijkheid worden relatief goed beoordeeld.
De studenten noemden vooral dyslexie en psychische aandoeningen als beperking. Daarbij is het aandeel dyslectische studenten vooral in het hbo hoog (40 procent), terwijl de psychische aandoeningen vooral in het wo naar voren komen (ruim 35 procent). Daarnaast zien ze ook veel chronische aandoeningen en adhd (20-30 procent).
Functiebeperking
Bij een uitsplitsing naar type functiebeperkingen blijken studenten met psychische aandoeningen zoals depressie, psychose of burn-out op veel onderdelen het meest kritisch over hun opleiding. Ook de studenten met chronische ziektes (zoals reuma, astma, ernstige darmklachten, hartafwijkingen of vermoeidheid) en studenten met adhd uiten veel onvrede. Andere groepen (studenten met dyslexie/dyscalculie en studenten met overige beperkingen zoals autisme of een fysieke beperking) zijn veel milder in hun oordeel. Blijkbaar zijn instellingen beter toegerust voor bepaalde ondersteuningsvragen.
Door: Redactie Nationale Zorggids