De woonsituatie van mensen met een beperking is vaak onder de maat. Dat komt naar voren uit een gezamenlijk project van Ieder(in), Landelijk Platform GGz (LPGGz) en de Patiëntenfederatie NPCF, waarbij zestig mensen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking werden geïnterviewd. Dit meldt het LPGGz.
Mensen met een beperking kunnen lang niet altijd zelf bepalen waar en hoe ze willen wonen, zo blijkt uit de interviews. Verhuizen is vaak lastig omdat de noodzakelijke woningaanpassing dan niet opnieuw wordt vergoed. Voor mensen met psychische aandoeningen geldt juist dat ze vaak verhuizen, bijvoorbeeld als ze na een opname in een instelling hun huis kwijtgeraakt zijn. Verder zeggen mensen onvoldoende zelf te kunnen beslissen of ze alleen willen wonen of in een groep. Ook hebben ze vaak geen inspraak over de samenstelling van de groep.
Voor het prettig voelen in de woning en omgeving zijn een gevoel van veiligheid en contacten belangrijk. Het leggen van contacten in de buurt verloopt door het hebben van een beperking of aandoening vaak moeizaam. Ook vooroordelen zorgen voor vereenzaming. Dit komt relatief vaak voor.
Uit de interviews blijkt dat goed wonen een zeer groot effect heeft op de kwaliteit van leven. Meerdere geïnterviewden vertelden dat de verhuizing naar een betere, zelf gewenste woonsituatie ertoe leidde dat ze minder (gezondheids)problemen ondervonden en aanzienlijk beter gingen functioneren. Omdat verbetering van de woonsituatie zulke grote effecten heeft op de kwaliteit van leven, is het voor overheden, zorgaanbieders en andere partijen zeer lonend om ook echt wat aan de knelpunten te doen. Om die partijen op weg te helpen zullen Ieder(in), het LPGGz en de NPCF binnenkort met een actieplan komen.
© Nationale Zorggids