DEN HAAG (Novum) - Probleemkinderen zijn te herkennen aan bepaalde kenmerken. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Zo hebben jongens, oudere kinderen en kinderen met een laag geboortegewicht meer problemen dan andere kinderen.
Ook geven volgens de onderzoekers verstandelijke beperkingen, het volgen van onderwijs op laag niveau en langdurige lichamelijke ziekten en aandoeningen een verhoogde kans op problemen.
In gezinnen waarin verslaving voorkomt en ouders lichamelijke en psychische problemen hebben, komen vaker kind- en opvoedproblemen voor. Dat geldt ook voor eenoudergezinnen en gezinnen met een tienermoeder. In migrantengezinnen komen niet meer problemen voor dan in autochtone gezinnen. Zij maken ook minder gebruik van jeugdzorg.
Opvallend genoeg maken gezinnen met veel problemen in ruim de helft van de gevallen geen gebruik van tweedelijns jeugdzorg en een deel van de gezinnen met relatief weinig problemen juist wel.
In totaal maakt zo'n een op de vijf kinderen in Nederland in een jaar gebruik van jeugdzorgvoorzieningen. Het gaat om voorzieningen variërend van het Centrum voor Jeugd en Gezin tot de kinderpsychiater en de gesloten jeugdzorg.
In Nederland leven ruim drieënhalf miljoen kinderen tot 18 jaar. Ruim een kwart van de ouders maakt zich zorgen om hun kind en de opvoeding.