AMSTERDAM – Uit onderzoek van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) blijkt dat zeventig procent van de begeleiders in woonvormen van mensen met een verstandelijke beperking, ook een rol voor zich ziet weggelegd in de begeleiding van chronisch zieken. 58 procent ontbeert hiervoor echter de kennis en vaardigheden, zo meldt NIVEL.
Als begeleiders in de verstandelijke gehandicaptenzorg een aantal klussen over zouden kunnen nemen, is dit gunstig voor de kwaliteit van leven van de patiënt. Bovendien hoeft er dan, zo is de verwachting, minder vaak een beroep gedaan te worden op medische zorg. Hierbij moet vooral gedacht worden aan het vroegtijdig signaleren van aandoeningen of een verhoogde kans hierop.
Begeleiders met een verpleegkundige achtergrond zien een grotere rol voor zichzelf weggelegd en zien zich hiertoe ook beter toegerust dan begeleiders met een agogische achtergrond. Uit het onderzoek blijkt dat er in het onderwijs meer aandacht zou moeten worden besteed aan het behandelen van chronische ziekten bij mensen met een verstandelijke beperking. Ook zou er in de praktijk de ruimte moeten worden geboden om deze hulp te bieden.
Dit is belangrijk omdat mensen met een verstandelijke beperking relatief vaker chronische ziekten hebben. Patiënten zouden daarom ook advies moeten krijgen over een gezonde levensstijl en daarnaast moet het zelfmanagement van patiënten worden bevorderd.
© Nationale Zorggids / Jochum Admiraal