De zorgpremie voor volgend jaar gaat sterker omhoog dan de zorguitgaven, stellen economen van ABN AMRO. Dat is niet voor de eerste keer, want sinds 2014 ging de zorgpremie met 37,5 procent omhoog, terwijl de zorguitgaven met 27,5 procent stegen.
De snellere stijging van de premie betekent dat burgers voor een groter deel van de totale zorgkosten opdraaien. Een reden voor die sterkere stijging is het bevriezen van het eigen risico in 2016, volgens de kenners.
Voor die tijd steeg dat eigen risico sterk en daardoor kwam de solidariteit in het zorgstelsel onder druk te staan. Mensen die veel zorg nodig hebben, liepen tegen steeds hogere kosten aan. Met name mensen met een laag inkomen stelden om die reden zorg uit. Die gemiste inkomsten worden dus doorberekend in de zorgpremie, die juist sinds 2016 flink ging stijgen.
Verdere stijging
Tegelijkertijd betaalden werkgevers via de werkgeversbijdrage in 2014 meer dan de helft van de zorgkosten, maar wettelijk is vastgelegd dat dit niet meer dan 50 procent mag zijn. Sindsdien is dat rechtgetrokken. Daardoor ging de werkgeversbijdrage de afgelopen zeven jaar met 21 procent omhoog.
In de komende jaren kan de zorgpremie nog verder stijgen. De basispremie kan in 2040 uitkomen op 260 euro per maand, denken de ABN-economen op basis van een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Dat is ruim het dubbele van de huidige 126 euro per maand. De stijging van de zorgkosten ligt daarmee op zo'n 4,7 procent per jaar, waardoor we een steeds groter deel van ons inkomen aan de zorgpremie gaan uitgeven.
Door: ANP