De kosten bij de zorgtak van Achmea stegen afgelopen jaar door het coronavirus, maar dat werd gecompenseerd door een bijdrage uit de zogenoemde catastroferegeling van de overheid en de vraag naar reguliere zorg daalde ook.
Op grond van de catastroferegeling worden hogere kosten van zorgverzekeraars gerelateerd aan het coronavirus in Nederland voor een belangrijk deel gecompenseerd door aanvullende bijdragen vanuit het Zorgverzekeringsfonds. Daardoor hoefde het moederbedrijf van merken als Centraal Beheer, Interpolis en Zilveren Kruis de hogere onvoorziene zorgkosten, bijvoorbeeld voor de vele ziekenhuisopnames van coronapatiënten, maar gedeeltelijk zelf te betalen.
Achmea heeft de bedrijfskosten vorig jaar met 2 procent verlaagd en ook het aantal arbeidsplaatsen is in Nederland iets afgenomen. Het bedrijf boekte een nettowinst in 2020 van 642 miljoen euro. Een jaar eerder was dat nog 481 miljoen euro.
Stijging zorgpremies afremmen
In de premiestelling voor 2021 heeft Achmea 136 miljoen euro ingezet uit de eigen financiële reserves, om de stijging van de zorgpremies af te remmen. Daarmee worden klanten van zijn merken Zilveren Kruis, De Friesland, Interpolis, Pro Life en FBTO ontzien.
Met name in de eerste helft van het jaar had de verzekeraar te maken met lagere opbrengsten uit beleggingen door onrust op de financiële markten. Mede daardoor werd in het eerste halfjaar van 2020 nog verlies geboekt.
Door: ANP