Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is "verbijsterd" door de mededeling van de Consumentenbond dat de zorgverzekeraars zich best aan het wettelijk minimum aan reserves kunnen houden. Het geld dat dan overblijft, zou volgens deze visie terug kunnen naar de consumenten. Volgens ZN is dit standpunt van de Consumentenbond "onverantwoord" en worden er "valse verwachtingen" mee gewekt.
"Zorgverzekeraars hebben dan namelijk geen buffer meer waarmee zij risico’s kunnen opvangen. De marge is bovendien nodig om de licentie van De Nederlandsche Bank (DNB) te behouden'', aldus een woordvoerder van ZN.
"Het is juist zo dat de inzet van reserves ervoor zorgt dat de jaarlijkse zorgpremie minder hard stijgt. Maar de buffers van zorgverzekeraars zijn niet onuitputtelijk. De solvabiliteit van zorgverzekeraars daalde in één jaar van 155 procent naar 140 procent. Als zorgverzekeraars de reserves in een keer verder verlagen, levert dat hooguit één jaar een lagere premie op. De jaren daarna zal de premie met grote stappen stijgen."
Stabiliteit bieden
Om juist dit te voorkomen en om stabiliteit te bieden, zetten zorgverzekeraars hun reserves naar eigen zeggen geleidelijk in. Volgens ZN betalen verzekerden nu zelfs te weinig premie: zorgverzekeraars leggen daar ruim 40 euro per verzekerde op toe, aldus de zegsman.
De Consumentenbond blijft pleitte maandag voor een lagere premiestijging. De verzekeraars zouden "nog veel vet op de botten hebben.'' De vijf grootste verzekeraars hadden volgens de Consumentenbond in 2015 3,3 miljard euro meer aan reserves dan verplicht is volgens de wet. In 2017 daalden die reserves, maar nog steeds hadden ze samen bijna 2,4 miljard euro op de plank.
Door: ANP