Zorgverzekeraar VGZ komt er niet uit met 23 bekkenfysiotherapeuten in Noord-Holland Noord. De therapeuten zijn het namelijk niet eens met de aangeboden vergoeding voor 2018 en denken daarom na over weigering van een contract met de zorgverzekeraar. Als dat gebeurt moeten alle Univé-verzekerden (onderdeel van VGZ) een deel van hun behandeling uit eigen zak betalen. Dat meldt Noordhollands Dagblad.
Mocht het zover komen dat de bekkenfysiotherapeuten niet bijtekenen voor 2018, betekent dat voor 80 procent van de verzekerden in de regio dat zij zelf moeten bijbetalen. “De mensen met een naturapolis moeten dan 25 tot 30 procent zelf betalen. Dat is vervelend”, geeft bekkenfysiotherapeut Mea Ligthart toe.
Maar zij en haar collega’s vinden het tijd om op hun strepen te staan, het kan zo niet langer. De therapeuten vinden de lage tarieven en de manier waarop ze door VGZ behandeld worden genoeg geweest. Hen wordt namelijk verteld: teken het contract of niet. Met individuele bekkenfysiotherapeuten wordt niet overlegd, alleen met de beroepsvereniging, zegt Ligthart. Het probleem is echter dat de beroepsvereniging niet over tarieven mag onderhandelen.
VGZ stelt dat de zorg te duur wordt door de vele klanten die gebruikmaken van deze gespecialiseerde vorm van fysiotherapie. Iets wat Ligthart wegzet als klinkklare onzin, want de patiënten die zij behandelen hoeven daardoor vaak niet meer een ziekenhuistraject in. Volgens haar besparen ze verzekeraars juist geld. Hoewel andere zorgverzekeraars ongeveer dezelfde tarieven betalen, kiezen de 23 bekkenfysiotherapeuten in de regio nu alleen voor een conflict met VGZ. Juist omdat dit de meeste mensen treft. De zorgverzekeraar zegt in gesprek te gaan met de aarzelende therapeuten, maar laat bij voorbaat al weten dat het tarief voor 2018 niet wordt verhoogd.
Door: Redactie Nationale Zorggids