Het aantal Nederlanders dat de zorgverzekering niet betaalt is voor het tweede jaar op rij flink gedaald. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek blijkt dat het aantal wanbetalers in 2016 met 11,4 procent gedaald is. 31 december 2015 telde Nederland nog 282.190 wanbetalers een jaar later waren dat er 249.930. Dat meldt de Zorgverzekeringslijn.
Rotterdam is al jaren de gemeente met de meeste wanbetalers. Eind vorig jaar waren er 24.750 (4,8 procent) Rotterdammers die de premie zes maanden of langer niet betaalden. Toch was ook in Rotterdam sprake van een daling, in 2015 betaalden 5,3 procent van de inwoners boven de 18 jaar hun premie niet. De gemeente
Kerkrade daalde van de zevende naar de tiende plaats, en Heerlen zakte van plaats vijf naar plaats zes.
Van de provincies voert Flevoland de lijst aan met 2,8 procent wanbetalers, gevolgd door Zuid-Holland met 2,5 proccent en Groningen 2 procent. De rest van de provincies hier ruim onder.
Verzekerden die hun zorgverzekeringspremie niet kunnen of willen betalen hebben vaker een lager inkomen. Bijna twee derde van de wanbetalers, zo’n 66,3 procent, heeft een bruto inkomen tot 20.000 euro.
Na jarenlange groei van het aantal wanbetalers is in 2015 de daling ingezet. Deze trend heeft doorgezet in 2016. Een aantal veranderingen in de zogenaamde ‘wanbetalersregeling zorgverzekering’ heeft hier aan bijgedragen. In juli 2016 is de bestuursrechtelijke premie die wanbetalers moeten betalen met bijna 20 procent gedaald. Daarnaast wordt de betaling van de bestuursrechtelijke premie opgeschort als verzekerden een betalingsregeling treffen met hun zorgverzekeraar. Mensen houden daardoor meer geld over om hun schulden af te lossen. Een andere reden voor de daling is dat door samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars groepen bijstandsgerechtigden uit de regeling gestroomd zijn.
Mensen worden als wanbetaler geregistreerd bij het CAK op het moment dat ze zes maanden of langer geen premie hebben betaald. Verzekerden waarvan de registratie als wanbetaler is opgeschort, zijn niet meegenomen in bovenstaande cijfers.
Door: Redactie Nationale Zorggids