Geen terugkerende en zich herhalende verzoekjes meer: zijn arm ligt goed, het gordijn hangt wat hem betreft prima en de verwarming kan blijven staan op de stand waarop die staat. Ook hoeft hij niet perse te weten wie er morgen of vannacht komen werken. Hij heeft al zijn vragen geschrapt, hij vraagt nu enkel of hij het goed gedaan heeft in het leven. De vraag is misschien niet eens aan ons gericht.
Zijn echtgenote zit een paar uur later aan zijn bedrand, zich met veel moeite te conformeren aan haar nieuwe rol als aanstaand weduwe. Niet alleen zij, de hele omgeving heeft moeite deze nieuwe realiteit te accepteren. Ik was zelf met mijn collega's tot gisteren overtuigd van een naderend herstel. De afgelopen 24 uur hebben wel alle illusies weggenomen dat hij ooit nog in het taxibusje op bezoek kan gaan bij zijn echtgenote. Hij zelf is afwisselend bij en buiten bewustzijn. In zijn morfine geïnduceerde verwardheid zoekt hij haar hand, terwijl de hare juist gevonden willen worden. Restricties van de isolatieverpleging laten we voor wat het is, deze twee mensen hebben elkaar zoveel dichterbij nodig.
Nooit ouder
Tijdens dit schrijven herinner ik me hoe hij een liedje voor me zong tijdens de zorg in de ochtend. Ik bedenk me dat hij dit liedje waarschijnlijk vroeger op school heeft geleerd en het al die tijd precies zo heeft voorgedragen, precies als toen. Want zo lag hij daar in bed te zingen als een aandoenlijk 10-jarig jochie, terwijl ik met zijn steunkousen in de weer was. Ik moet erom glimlachen als ik er aan terugdenk, maar het steekt als ik me realiseer dat het jochie nooit ouder zal worden.
Door: Nationale Zorggids / Broeder Joost