De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft een tijdelijke betaaltitel afgegeven voor het aanpakken van leefstijlproblemen bij kinderen met overgewicht. De aanvraag is ingediend door zorgverzekeraars CZ en VGZ, samen met het Maastricht UMC+. De innovatiebeleidsregel maakt een op maat gesneden leefstijlinterventie mogelijk voor kinderen met een verhoogd gezondheidsrisico door overgewicht. Belangrijk onderdeel daarbij is dat het systeem om het kind heen in de behandeling wordt meegenomen. Vanaf september wordt op verschillende locaties in Limburg gestart met de eerste pilots. Dit meldt VGZ.
Overgewicht bij kinderen is in Nederland, maar specifiek ook in Limburg, een groeiend probleem. Voor kinderen met overgewicht bestaat echter geen structureel afgestemd aanbod. Tot op heden is diagnostiek en behandeling van kinderen met obesitas beschikbaar via onder andere een kinderarts, diëtist of fysiotherapeut. Maar een structureel centraal aanspreekpunt, coördinatie van zorg en integraal hulpaanbod voor het gezin binnen een netwerk ontbreekt. Terwijl bij de behandeling van deze kinderen er juist vaak ook een duidelijke rol is weggelegd voor het sociaal domein. Een structurele en effectieve aanpak van overgewicht bij kinderen kan de kans op chronische ziekten op latere leeftijd sterk doen afnemen.
Samenhangende aanpak gericht op kind en omgeving
De nieuwe innovatiebeleidsregel maakt de weg vrij voor een samenhangende aanpak in het bevorderen van gezonde voeding, bewegen, opvoeding en psychosociale factoren die de leefstijl beïnvloeden vanuit verschillende disciplines en domeinen. Het programma wordt afgestemd op basis van de behoefte van het kind en het gezin. Naast leefstijlcoaching gericht op het kind, richt het programma zich daarmee nadrukkelijk ook op de achterliggende beïnvloedende factoren van de leefstijl. Hiervoor is een verbinding tussen het maatschappelijk en zorgdomein van belang.
Medische én sociale anamnese is startpunt
De aanpak omvat vier onderdelen waarbij altijd gestart wordt met een brede anamnese door de centrale zorgverlener. Deze zorgverlener, die hier specifiek voor is opgeleid, brengt niet alleen de gezondheidsvraag in kaart, maar kijkt ook naar onderliggende factoren die de effectiviteit van leefstijlcoaching in de weg kunnen staan. Een gezin in scheiding, slechte woonsituatie of financiële problemen zijn voorbeelden die direct van invloed kunnen zijn op succesvolle leefstijlinterventie bij het kind. Wanneer er sprake is van onderliggende problematiek, kan de centrale zorgverlener de koppeling maken met mogelijke interventies die uit het sociaal domein geboden worden. Pas als barrières voor een effectieve interventie zijn weggenomen, start de daadwerkelijke behandeling door middel van leefstijlcoaching. Daarbij wordt gedurende twee jaar coaching en begeleiding op maat aan het gezin geboden. Om de ingezette gedragsverandering in stand te houden, volgt ter afronding de begeleidingsfase.
Unieke samenwerking leefstijlcoach en centrale zorgverlener
In de aanpak is het bijzonder dat de centrale zorgverlener structureel gekoppeld is aan de leefstijlcoach, en dat dankzij de innovatiebeleidsregel zij beiden uit de Zorgverzekeringswet worden gefinancierd. Het toepassen van deze beleidsregel kent wel een aantal voorwaarden. Zo moeten gemeenten bijvoorbeeld middelen en capaciteit beschikbaar stellen voor de noodzakelijke interventies uit het sociaal domein. Er moet altijd een zorgverzekeraar zijn die de innovatiebeleidsregel financiert. VGZ en CZ financieren de pilots in Limburg en maken hierover afspraken met vier regionale zorggroepen. Doordat de innovatiebeleidsregel generiek is geformuleerd, kan ook gelijktijdig in andere regio’s geëxperimenteerd worden met deze aanpak. De resultaten van dit experiment kunnen bijdragen aan het opnemen van deze aanpak in de basisverzekering.
Door: Nationale Zorggids