De officier van justitie heeft deze week zes jaar cel en tbs geëist tegen een 60-jarige hulpverlener die verdacht wordt van verkrachting van een minderjarige met wie hij een afhankelijkheidsrelatie onderhield. Daarnaast eiste de officier een beroepsverbod voor de maximale duur van dertien jaar en ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van 89.250 euro. Dit meldt het Openbaar Ministerie (OM).
In september 2018 deed het slachtoffer aangifte tegen de man. Het meisje had vanaf haar 16e jaar gedurende ruim twee jaar een relatie met de bijna veertig jaar oudere man. In 2012 was dezelfde man in een vergelijkbare zaak tot vijf jaar cel veroordeeld. Hij kreeg toen al een beroepsverbod opgelegd voor de duur van tien jaar.
Afhankelijkheidsrelatie
De ontmoeting tussen de man en het meisje vond plaats binnen een kerkgenootschap, waar hij werd opgevangen na het uitzitten van zijn straf. Destijds kampte het slachtoffer met een eetstoornis. In de visie van het OM heeft de verdachte haar door zijn ‘gewiekste en manipulerende gedrag’ aan zijn wil onderworpen. Ze kon geen weerstand bieden tegen de psychische druk en een psychisch bedreigende situatie. Uit het onderzoek is duidelijk geworden dat de verdachte een afhankelijkheidsrelatie met het kwetsbare meisje onderhield, financieel en sociaal.
Voorgedaan als hulpverlener
Verschillende getuigen hebben verklaard dat de hulpverleners zich ondanks zijn beroepsverbod opstelde als hulpverlener. De verdachte ontkent dit tot op heden. Hij zou haar noch hebben behandeld noch zich als hulpverlener hebben opgesteld. Ook ontkent hij dat hij voor haar 18e verjaardag seks met haar heeft gehad. Het OM ziet echter geen enkele reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van het gedetailleerde verhaal van het slachtoffer.
Exacte herhaling
De officier van justitie noemt de zaak ‘een vrijwel exacte herhaling van de feiten waar verdachte in 2012 vijf jaar cel voor heeft gehad’. “Ik concludeer dan ook dat verdachte lak heeft gehad aan alles. Niet alleen aan die eerdere forse veroordeling, maar ook aan zijn beroepsverbod. In deze zaak zijn er in de visie van het OM met uitzondering van een licht verminderde toerekeningsvatbaarheid alleen strafmaat verhogende factoren.”
Bovendien, zo blijkt uit het onderzoek, heeft de verdachte meerdere personen behandeld in de rol van hulpverlener en daar ook voor betaald gekregen. Dat wederrechtelijk verkregen vermogen – 89.250 euro – dient wat het OM betreft te worden ontnomen. Ook eist het OM een celstraf met tbs en dwangverpleging én een beroepsverbod voor de maximale duur van dertien jaar.
Door: Nationale Zorggids