Normal_1699

Er komt steeds meer vraag naar de beste arts, de beste behandeling, het beste ziekenhuis. Maar tot nu toe bestaat er geen algemeen geaccepteerde methode om kwaliteit van zorg te meten.

Sterftecijfers
Als twee ziekenhuizen worden vergeleken en de uitkomsten verschillen sterk, kan dat liggen aan toeval en aan de patiëntenpopulatie die ze behandelen. Sterker nog: een ziekenhuis met een hoog sterftecijfer kan beter zijn dan een ziekenhuis met een laag sterftecijfer.

Dat stelt dr. Hester Lingsma, die eind vorig jaar cum laude aan de Erasmus Universiteit Rotterdam promoveerde op: 'Meten van kwaliteit van zorg'.

Kritiek op inspectie
Lingsma spaarde in haar proefschrift de Inspectie voor de Gezondheidszorg niet. Deze baseert zijn uitkomsten vaak op kleine aantallen patiënten per ziekenhuis, slechts tientallen mensen. Dat maakt de door de inspecteurs vastgestelde kwaliteit onzeker, zegt ze. Daarmee wordt slechts de schijn van transparantie gewekt.

Herseninfarct
Lingsma vergeleek zelf tien Nederlandse ziekenhuizen op basis van het percentage patiënten met een herseninfarct dat na zes maanden was overleden of gehandicapt geraakt. Dit percentage varieerde van 29% tot 78%. Deze enorme verschillen werden echter grotendeels veroorzaakt door de soorten patiënten die waren opgenomen. Slechts een klein deel was te wijten aan verschillen in zorg.

Openbaar of niet?
De Rotterdamse onderzoekster vindt dat uitkomsten van kwaliteitsonderzoeken niet openbaar moeten worden gemaakt zolang deze geen rekening houden met statistische onzekerheid en verschillen in patiëntenpopulaties. Anders zijn de uitkomsten enkel misleidend, stelt ze.

Uitzonderlijk
De 28-jarige Lingsma ontving uitzonderlijke complimenten van hoogleraren. Haar werk is ‘van groot belang en van de hoogste kwaliteit’ en ‘een van de beste proefschriften die ik ooit heb gelezen’, oordeelde bijvoorbeeld prof. Geoffrey T. Manley, hoofd Neurochirurgie van het San Francisco General Hospital (VS).