Het aantal nieuwe vastgestelde hiv-diagnoses in Nederland is vorig jaar opnieuw gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor, meldt stichting hiv monitoring (SHM) op basis van nieuwe cijfers. Mogelijk heeft de coronacrisis wel invloed gehad op de cijfers van 2020, omdat het lastiger was om getest te worden door de druk op de zorg. Afgelopen jaar zijn dertien mensen overleden aan de gevolgen van aids, de ziekte die door hiv wordt veroorzaakt.
In 2020 werden 411 mensen gediagnosticeerd met hiv. In 2019 kregen nog 604 mensen te horen dat ze hiv hebben. Hoewel de cijfers mogelijk nog iets anders uit kunnen vallen als gevolg van de coronacrisis, is SHM toch positief over de gemeten aanhoudende daling. Omdat het aantal nieuwe diagnoses al jaren afneemt, denkt SHM niet dat 2020 zonder coronacrisis erg had afgeweken van die trend.
Een van de doelen gehaald
Met de nieuwe cijfers is een van de doelen gehaald in het Nationaal Actieplan soa, hiv en seksuele gezondheid, namelijk dat het aantal nieuwe diagnoses in 2022 de helft moet zijn van dat van 2015. In 2015 kregen nog 894 mensen te horen dat ze hiv hebben. Een halvering van dat cijfer is dus al in 2020 gehaald, eerder dan het actieplan voorschrijft.
Late diagnose
SHM schat dat eind 2020 ongeveer 24.000 mensen in Nederland hiv hadden, van wie ongeveer 1640 mensen niet wisten dat ze het virus dragen. Hiermee is een ander doel van het Nationaal Actieplan bijna gehaald, namelijk dat in 2022 95 procent van de mensen met hiv gediagnosticeerd moet zijn, om uiteindelijk te werken naar 100 procent.
Veel mensen worden vaak pas laat gediagnosticeerd en krijgen dus ook pas laat zorg. Vooral bij heteroseksuele mensen wordt pas laat duidelijk of zij hiv hebben. Dit omdat artsen bij deze groep minder snel aanslaan op aandoeningen die kunnen wijzen op hiv en omdat deze groep zich minder snel laat testen bij klachten, bijvoorbeeld vanwege stigma's rondom het virus.
Door: ANP