Vijf ziekenhuizen staken de opleiding tot tropenarts, ofwel arts internationale gezondheidszorg, omdat ze hiervoor geen geld meer krijgen van de overheid. De vrees is dat meer ziekenhuizen binnenkort stoppen met het aanbieden van de specialisatie en deze geen bestaansrecht meer heeft. Dat meldt Trouw.
De tropenarts is niet nieuw, maar de specialisatie internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde wel. Eerder werden toekomstige artsen internationale gezondheidszorg opgeleid door oudere tropenartsen, zonder dat daarvoor geld beschikbaar werd gesteld. Pas in 2012 werd deze arts erkend door artsenfederatie KNMG. De erkenning betekende meteen dat de opleiding tot arts internationale gezondheidszorg moet voldoen aan hogere kwaliteitseisen.
Niet erg, vonden ziekenhuizen, omdat de verwachting was dat overheid de opleiding wel zou subsidiëren. Het gaat immers om slechts 6 miljoen euro op jaarbasis. Maar voormalig minister Schippers van volksgezondheid besloot ziekenhuizen toch geen geld te geven voor de opleiding, omdat de artsen niets doen voor de Nederlandse verzekerden. Artsen die deze specialisatie willen volgen moeten bovendien 10.000 euro betalen, terwijl andere specialisten in opleiding hun portemonnee niet hoeven te trekken.
Jaarlijks mogen ongeveer dertig artsen de specialisatie volgen, maar volgens arts internationale gezondheidszorg Matthijs Botman willen veel meer artsen de opleiding volgen. Er is alleen geen plek voor hen allemaal. Hij vindt het jammer dat zij geen ruimte krijgen om ook de opleiding tot tropenarts te volgen, want tropische ziekten kunnen ook in Nederland voorkomen. Bovendien verspreiden ziekten zich steeds vaker. Maar wat vooral belangrijk is, is dat Nederlandse artsen hun buitenlandse collega’s, in bijvoorbeeld derdewereldlanden, kunnen helpen.
Door: Redactie Nationale Zorggids