Binnen het verkennend gesprek kunnen zorgprofessionals samen met mensen met psychische klachten bepalen of zij geestelijke gezondheidszorg nodig hebben of dat een doorverwijzing naar het sociaal domein beter is. Het verkennend gesprek kan de wachttijden in de ggz helpen terugdringen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert om dit gesprek landelijk te bekostigen in de vorm van een experiment met een vrij tarief. Dit meldt de NZa.
In het Integraal Zorgakkoord is het landelijke programma Mentale gezondheidsnetwerken (MGN) vastgelegd, waar het verkennend gesprek onderdeel van is. Huisartsen, het sociaal domein en de ggz werken op regionaal niveau integraal samen om de druk op de huisartsenzorg en de ggz te verlichten. De NZa adviseert een experiment per 1 januari 2025. Na afloop van de pilotfase wordt samen met de betrokken partijen een structurele bekostiging afgesproken. De NZa is bezig met het in werking zetten van de facultatieve prestatie zodat zorgaanbieders die dit jaar al met het verkennend gesprek werken, deze kunnen declareren.
Voor 2024 is nog niks geregeld
De Nederlandse ggz hoopt dat demissionair minister Conny Helder voor Langdurige Zorg het advies van de NZa snel overneemt, zodat de financiering voor volgend jaar geregeld is. Voor dit jaar is er dus nog niks geregeld, de facultatieve prestatie komt er immers nog aan, maar de brancheorganisatie vreest hierdoor wel dat ggz-instellingen die al met het verkennend gesprek werken hier ook meteen mee stoppen. “Dit is een belangrijk wapen in het verminderen van de wachttijden en past bij de doelstellingen van het integraal zorgakkoord. We zijn blij met deze stap van de NZa voor 2025, en roepen op om het ook voor 2024 snel te regelen.”
Lees ook: Verkennend gesprek verkleint instroom naar ggz, maar financiering ontbreekt
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky