Normal_rss_entry-375603

De Stichting Hulptroepen Alliantie (SHA) en het commerciële bedrijf Relief Goods Alliance (RGA) waren geen concurrenten en konden naast elkaar bestaan. De mondkapjesstichting richtte zich vanaf het prille begin al op een andere doelgroep: de kleinere zorgverlener. Dat betoogde advocaat Sjef Bartels donderdag tijdens het hoger beroep van zijn cliënt Bernd Damme, een van de hoofdrolspelers in de mondkapjesdeal.

Volgens de advocaat blijkt uit talloze documenten en gesprekken van vóór de oprichting van de stichting dat SHA en RGA geen concurrenten waren. Zo wilde de stichting zich volgens Damme niet richten op de ziekenhuiszorg, maar op de kleintjes. Dat is ook gewoon sympathieker, zou Damme vóór de oprichting hebben gezegd.

"Met het oprichten van RGA naast de stichting was juridisch dus niks mis", aldus raadsman Bartels bij het hof in Amsterdam. "Daarmee schond Damme niet de statuten en de belangen van de stichting."

Rijk worden

Bartels: "Het is nooit Damme’s intentie geweest om ‘rijk’ te worden met RGA. Dat was zonder de mondkapjesdeal ook niet gebeurd. Die winst viel simpelweg veel hoger uit dan in het meest positieve scenario. Damme verwijt zichzelf nu dat hij te laat gevolg heeft gegeven aan adviezen om aan een deel van die winst een maatschappelijke bestemming te geven. Daarmee had hij zichzelf en anderen een hoop ellende bespaard."

Damme vecht in het hoger beroep zijn ontslag als stichtingsbestuurder aan. Hij vraagt het hof een beslissing van de rechtbank Amsterdam te vernietigen. Damme wil niet beslist terugkeren als bestuurder, zegt zijn raadsman. "Maar Damme heeft wel het grootste belang bij een objectief en feitelijk onderzoek naar de vraag die de rechtbank onbeantwoord heeft gelaten: heeft hij daadwerkelijk inkomsten aan de stichting onthouden of de stichting anderszins schade berokkend."

Door: ANP