Zorgverzekeraars en banken spelen een steeds grotere rol bij het sluiten van samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen. Dit heeft tot gevolg dat er in fusieplannen veel aandacht wordt besteed aan de financiële aspecten van een samenwerkingsverband. Dit blijkt uit het onderzoek 'Wie doet het met wie in de zorg' dat jaarlijks wordt uitgevoerd door KPMG.
Het onderzoek van KPMG naar bestuurlijke samenwerking door Nederlandse ziekenhuizen laat zien dat zorgverzekeraars dit jaar inhoudelijk betrokken waren bij bijna 60 procent van de fusieplannen. In 2013 was dit 35 procent en in 2012 25 procent. Ook de banken krijgen steeds meer zeggenschap bij fusieplannen.
Verder blijkt uit het onderzoek dat het aantal zelfstandige werkende ziekenhuizen in Nederland snel terugloopt. Als gevolg van samenwerkingsverbanden, overnames en fusies is het aantal zelfstandige ziekenhuizen in de afgelopen vijf jaar met ruim 25 procent gedaald. In 2009 telde Nederland 116 zelfstandige ziekenhuizen. Verwacht wordt dat dat aantal dit jaar zal uitkomen op 89.
De daling van het aantal zelfstandige ziekenhuizen blijkt overigens beperkte gevolgen te hebben voor het aantal locaties waar de zorg wordt aangeboden. Vorig jaar kon een patiënt nog op 297 locaties terecht. Dit jaar zijn dat er 290. Anna van Poucke, voorzitter van KPMG Gezondheidszorg: 'Dat betekent dus dat ondanks de maatschappelijke zorg de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van de ziekenhuiszorg op dit moment niet onder druk staat. Ik verwacht dat bestuurlijke samenwerking ook de komende jaren hoog op de agenda van het bestuur zal blijven staan en dat ziekenhuisbestuurders de onderlinge samenwerking zullen blijven zoeken.'
© Nationale Zorggids
