Zes farmaceutische bedrijven moeten een boete betalen van in totaal 428 miljoen euro. De Europese Commissie legde de boete op voor het maken van verboden afspraken tussen 2005 en 2007. Dat meldt de NOS.
Het Franse bedrijf Servier betaalde vijf medicijnproducenten om medicijnen pas later op de markt te brengen. Door die afspraken voorkwam Servier concurrentie voor zijn bestverkopende bloeddrukmedicijn perindopril. Hierdoor hebben patiënten 20 procent te veel betaald voor de bloeddrukmiddelen.
Farmaceutische bedrijven die een medicijn ontwikkelen hebben slechts een paar jaar het alleenrecht om dat medicijn te verkopen voordat ook andere bedrijven het medicijn op de markt mogen brengen. Omdat deze bedrijven minder ontwikkelingskosten hebben gemaakt, kunnen zij de zogenoemde 'generieke' geneesmiddelen veel goedkoper aanbieden.
Artsen en patiënten kiezen sneller voor de generieke medicijnen, onder druk van de zorgverzekeraars die de kosten zo laag mogelijk willen houden. Hierdoor ontstaat de situatie dat farmaceuten die medicijnen ontwikkelen, hier nauwelijks aan verdienen. Door te betalen aan fabrikanten om hun generieke medicijnen later op de markt te brengen of door die bedrijven op te kopen, proberen farmaceutische bedrijven dat moment zo lang mogelijk uit te stellen.
Servier kreeg hiervoor de hoogste boete: 331 miljoen euro. De rest moet worden betaald door de vijf andere bedrijven. De Franse farmaceut heeft laten weten tegen de boete in beroep te gaan.
© Nationale Zorggids