Normal_logo_nvwa_logo

Ruim de helft van de 29 onderzochte koolmonoxide-melders voldoet niet aan de veiligheidseisen. Bij acht van de onderzochte CO-melders treedt het alarm niet in werking als er sprake is van koolmonoxide. Zes van de onderzochte CO-melders geven geen storingssignaal als de sensor defect is. Dat concludeert de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) uit onderzoek dat zij in 2016 hebben gedaan. 

In het voorjaar van 2016 testte de NVWA 29 verschillende CO-melders met een batterijvoeding. De NVWA onderzocht de CO-melders op een juiste werking en toetste de instructies, opschriften en gebruiksaanwijzing. Dit waren nagenoeg alle CO-melders die op dat moment op de Nederlandse markt beschikbaar waren.

Het gevaar van koolmonoxidevergiftiging bij niet goed werkende CO-melders is groot. De symptomen - hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid en vermoeidheid - worden vaak niet (op tijd) herkend; daardoor is het vaak te laat om in te grijpen. Als mensen langere tijd of aan zeer hoge concentraties koolmonoxide zijn blootgesteld, treedt bewusteloosheid op. Het ontstane zuurstofgebrek in de hersenen kan de dood tot gevolg hebben.

Op de website van de NVWA staat een overzicht met foto's van de onderzochte CO-melders op merknaam dat consumenten kunnen raadplegen. Consumenten kunnen op deze lijst nagaan of door hen aangeschafte en geïnstalleerde CO-melders veilig zijn bevonden of zijn teruggeroepen door de producent. Als dat laatste het geval is, moet de koolmonoxidemelder niet meer worden gebruikt.

Aanleiding voor het NVWA-onderzoek waren meldingen en signalen van onveilige CO-melders van consumenten en een eerder onderzoek van Prosafe (een samenwerkingsverband van verschillende Europese toezichthouders) naar verschillende CO-meters in heel Europa. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat vier CO-melders op de Nederlandse markt onvoldoende bescherming boden tegen een koolmonoxidevergiftiging en niet voldeden aan de veiligheidseisen. Reden genoeg voor de NVWA om de CO-melders op de Nederlandse markt aan een uitgebreider onderzoek te onderwerpen.

Door: Redactie Nationale Zorggids