De onderzoekers van het ziekenhuis en de universiteit keken bij het onderzoek naar de samenstelling van bacterie in de keel van patiënten. De 126 patiënten die in de buurt van een pluimveebedrijf woonden, hadden een verstoorde bacteriepopulatie.

“Daardoor krijgt een potentiële slechterik als de pneumokok de kans om longontsteking te veroorzaken. Anders dan bij de Q-koorts-gevallen rond geitenboerderijen, lijkt het er dus niet op dat een specifieke bacterie uit de pluimveehouderij de oorzaak is. Grootschalige uitstoot van stofdeeltjes speelt de altijd al aanwezige pneumokok in de kaart”, zegt professor Dick Heederick van de Universiteit Utrecht.

Pluimvee is dus niet de directe oorzaak van de longontsteking, maar door een verstoorde samenstelling van bacterie creëert het lichaam ruimte voor de bacterie die longontsteking veroorzaakt. De pluimveesector zegt verantwoordelijkheid te willen nemen voor de situatie en zoekt dan ook voor oplossingen voor een emissiearme pluimveehouderij.

Al eerder legde een oncologisch chirurg verband tussen de intensieve veehouderij in Brabant en het aantal gevallen van longkanker. Brabanders lijken in vergelijking met de rest van Nederland niet vaker kanker te hebben, maar wel longkanker. Naar aanleiding van zijn conclusies startte de GGD in de regio Brabant een onderzoek, maar kon geen duidelijk bewijs vinden voor een relatie tussen longkanker en veehouderij. Uit onderzoek van het RIVM blijkt tevens dat COPD-patiënten die in de buurt van veehouderijen wonen, meer complicaties van hun ziekte ervaren. Ze hebben een verminderde longfunctie door de uitstoot van ammoniak. Astma en allergie daarentegen lijken minder voor te komen in de buurt van veehouderijen. 

Door: Redactie Nationale Zorggids