In Nederland heerst er grote ongelijkheid in de kankerzorg. Patiënten krijgen in het ene ziekenhuis wel een bepaald medicijn aangeboden, maar in het andere niet. Dat blijkt uit onderzoek van de Rotterdamse hoogleraar Carin Uyl-de Groot, meldt De Volkskrant.
Er was al een tijdje het vermoeden dat er verschillen zijn in de kankerzorg tussen ziekenhuizen, maar dat vermoeden was nog niet met cijfers onderbouwd. Uyl-De Groot onderzocht de variatie in voorschrijfgedrag tussen ziekenhuizen in Nederland. Het opvallendste resultaat: patiënten in Drenthe kunnen beter doorrijden richting Groningen, want ziekenhuizen in Groningen geven zeven keer zo veel geld uit aan een nieuw borstkankermedicijn dan in Drenthe.
Na Groningen geeft Gelderland het meest uit aan de medicijnen, gevolgd door Noord-Holland, Zeeland, Overijssel, Limburg, Noord-Brabant, Friesland, Zuid-Holland en Utrecht, die allen op een vergelijkbaar niveau zitten. Flevoland en Drenthe geven veruit het minste uit. Ziekenhuizen kunnen het geld voor de dure medicijnen niet ophoesten. Zij verwijzen vaak door naar gespecialiseerde ziekenhuizen en academische centra, zodat de kosten voor hun rekening komen. Uyl-De Groot concludeert ook dat aan vijftien ziekenhuizen een middel tegen borstkanker, dat sinds twee jaar op de markt is, nooit is verkocht. Dat medicijn zou de overlevingskansen aanzienlijke vergroten.
De cijfers over de ongelijkheid vormen de basis van een rapport over de financiering van nieuwe en dure kankermedicatie. Een werkgroep van KWF Kankerbestrijding bood het rapport aan aan minister Schippers van Volksgezondheid. “Het moet duidelijk worden welke ziekenhuizen de nieuwe medicijnen voorschrijven en in die ziekenhuizen moet er voldoende geld voor zijn”, zegt hoogleraar Koos van der Hoeven, internist-oncoloog in het LUMC en voorzitter van de werkgroep. De werkgroep pleit voor een aparte pot met geld, zodat de uitgaven aan medicijnen niet ten koste gaan van andere uitgaven in het ziekenhuis.
© Nationale Zorggids
