Stress tijdens de vroege levensfase, bijvoorbeeld door mishandeling, misbruik of verwaarlozing, kan leiden tot een hoger risico op hersenaandoeningen in het latere leven. Het verhoogt mogelijk ook het risico op dementie. Twee promovendi van de Universiteit van Amsterdam onderzochten de effecten bij muizen. Dat meldt het ministerie van volksgezondheid.
Tijdens de eerste duizend dagen uit het leven van een kind, zwangerschap inbegrepen, draait de hersenontwikkeling op volle toeren. In die periode is het brein erg kwetsbaar voor verstoring. Vroege stress leidt tot permanente veranderingen in de hersenen en stofwisseling.
Neurowetenschapper Lianne Hoeijmakers onderzocht of stress tijdens de vroege levensfase (earlylife stress) invloed heeft op kenmerken van Alzheimer, waaronder achteruitgang in cognitie, aanwezigheid van neuropathologie en veranderingen de plasticiteit van het brein. Haar bevindingen belichten het belang van toekomstige (pre-)klinische studies om de relatie tussen ES en de ziekte van Alzheimer verder te onderzoeken.
Haar collega Kit-Yi Yam voerde onderzoek naar de kort- en langdurige, sekse-specifieke effecten van vroege stress op het brein en metabolisme. Uit Yams onderzoek blijkt dat een netwerk in de hypothalamus, een hersengebied betrokken bij voedselinname, bij muizen door vroege stress verandert. Dit netwerk is gelinkt aan overgewicht. "Vroege stress heeft overigens niet alleen effecten op het brein, maar ook op andere onderdelen, zoals de vetverdeling van het lichaam en hormonen die honger en verzadiging aansturen", aldus de onderzoekster.
Door: Redactie Nationale Zorggids