Pre-eclampsie, ofwel zwangerschapsvergiftiging, kan heel gevaarlijk zijn voor de zwangere vrouw en het ongeboren kindje. Baby’s die hieraan worden blootgesteld kunnen daar voor de rest van hun leven last van hebben, mentaal of fysiek. Wetenschappers willen deze gevolgen graag bestuderen, maar lopen vaak vast doordat ze niet weten welke factoren betrokken zijn bij de aanpassing van de foetus door zwangerschapsvergiftiging. Promovenda Violeta Stojanovska van de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) heeft hiervoor preklinische modellen ontwikkeld, zodat wetenschappers hun onderzoek aan de praktijk kunnen koppelen. Dat meldt de RuG.
Zwangerschapscomplicaties kunnen ontstaan door een gebrek aan voedingsstoffen of een slechter functionerende placenta. Ook zal de groei van de foetus hierdoor vertragen. Onder zwangerschapscomplicaties vallen onder meer intra-uteriene groeivertraging, zwangerschapsdiabetes en pre-eclampsie. Pre-eclampsie en andere problemen, kunnen ook weer andere complicaties veroorzaken.
Stojanovska heeft preklinische modellen ontwikkeld die ‘de effecten van verschillende factoren tijdens de zwangerschap op foetale programmering onderzoeken’. Deze modellen kunnen gebruikt worden voor de meest voorkomende complicaties, waaronder zwangerschapsvergiftiging. Zo kunnen wetenschappers onderzoeken wat het effect van de complicaties is op het ongeboren kind. Stojanovska heeft inmiddels kunnen concluderen dat het geslacht een factor is in de groei van de foetus, maar ook de ontwikkeling en ziektes. Meisjes hebben bijvoorbeeld meer last van zwangerschapscomplicaties dan jongens.
Door: Redactie Nationale Zorggids
