Normal_moeder_dochter_kind_familie

Hoger opgeleide moeders wonen minder vaak alleen met hun kind(eren) dan middelbaar en lager opgeleide moeders. Daarnaast zijn laagopgeleide mannen vaker kinderloos dan mannen met een hogere opleiding. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek die gisteren door bijzonder hoogleraar Registeranalyses van Levensloopdynamiek Ruben van Gaalen aan de Universiteit van Amsterdam werden gepresenteerd. Dit meldt het CBS.

Op 25-jarige leeftijd had bijna 7 procent van de in 1970 geboren laagopgeleide vrouwen geen partner, maar wel een of meer kinderen. Van de hoger opgeleide vrouwen, die gemiddeld later kinderen krijgen, was op die leeftijd 2 procent alleenstaande moeder. Op oudere leeftijd wordt de kans groter dat moeders niet met een partner wonen. Op 35-jarige leeftijd was 15 procent van de laagopgeleide en 4 procent van de hoogopgeleide vrouwen alleenstaande moeder. Met 45 jaar waren deze percentages 23 en 11 procent.

Ook bij de mannen is er verschil te zien tussen het opleidingsniveau en hun gezinssamenstelling. Mannen met een lagere opleiding blijven vaker kinderloos dan mannen met een hogere opleiding, en dit verschil wordt met de generaties groter. Over het algemeen zijn relatief er meer mannen dan vrouwen zonder kinderen. Van de in 1970 geboren generatie mannen had gemiddeld 28 procent op 45-jarige leeftijd nog geen kinderen, van de vrouwen uit dat jaar was dat 18 procent.

Vooral bij de mannen loopt het aandeel kinderlozen uiteen per opleidingsniveau. Lager opgeleiden blijven met 33 procent vaker kinderloos dan de hoger opgeleide mannen (22 procent). Bij vrouwen is dit andersom en zijn juist de hoger opgeleiden met 21 procent wat vaker kinderloos dan de lager opgeleiden (15 procent).

Door: Redactie Nationale Zorggids