Ondanks dat gynaecologen en verloskundigen het erover eens zijn dat integrale zorg nodig is voor de zwangere vrouw, is het nog te vroeg om hier uitvoering aan te kunnen geven. Op dit moment liggen de meningen nog te ver uiteen, blijkt uit onderzoek van Hilde Perdok en collega’s. Dat meldt het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
De onderzoekers ondervroegen 182 verloskundigen en 242 gynaecologen. Het merendeel is het ermee eens dat met name de financiering van de geboortezorg voor problemen zal zorgen bij integrale geboortezorg. Ondervraagden vinden dat indien zo’n intensieve samenwerking gaat plaatsvinden, dat de rol van iedere zorgverlener duidelijk moet zijn. Daarbij moet er constant overleg plaatsvinden over alle zwangeren tussen de eerstelijnszorg en tweedelijnszorg. 98 procent van de gynaecologen en verloskundigen samen vindt dat een gezamenlijk elektronisch patiëntendossier bevorderlijk kan zijn voor de samenwerking.
Oneens zijn de twee beroepsgroepen het over ziekenhuis- of thuisbevallingen. Waar verloskundigen ervoor pleiten dat de zwangere vrouw zelf mag kiezen of ze thuis of in het ziekenhuis wil bevallen, is meer dan de helft van de gynaecologen hiertegen. De eerstelijnsverloskundigen vinden dat zij ook vrouwen met en middelmatig risico willen begeleiden, onder leiding van een gynaecoloog. Echter zijn gynaecologen het ook hier niet mee eens. Wel vinden de gynaecologen dat de klinisch verloskundigen bevallingen met middelmatig risico mogen begeleiden, mits het onder toezicht van de gynaecoloog gebeurt.
Nederland moet, als het aan Perdok en haar collega-onderzoekers ligt, het Canadese of Nieuw-Zeelands model volgen. In deze landen is de verloskundige de enige zorgverlener en blijft dat ook, zolang de gynaecoloog niet nodig is. Wel houdt dit model in dat de eerstelijnsverloskundigen bijgeschoold moeten worden.
© Nationale Zorggids