Werkende vrouwen die borstvoeding geven, krijgen niet alle faciliteiten waar ze recht op hebben. Zo heeft 2 op de 10 vrouwen geen kolfruimte tot haar beschikking en krijgt 1 op de 8 vrouwen niet (volledig) uitbetaald voor de tijd die zij besteedt aan kolven en/of voeden. Dat blijkt uit onderzoek van 24Baby.nl naar de mogelijkheden voor moeders om hun baan met het geven van borstvoeding te combineren. 1.667 moeders in loondienst namen deel aan het onderzoek, meldt 24Baby.nl.
Veel vrouwen krijgen te maken met een gebrek aan mogelijkheden om te kolven of te voeden. Zo is er vaak geen (geschikte) ruimte om te kolven. Sommige vrouwen stoppen daarom met het geven van borstvoeding na hun zwangerschapsverlof. Daarnaast krijgen vrouwen te maken met onbegrip van hun werkgever en collega’s en voelen zij zich bezwaard om werktijd te besteden aan kolven of voeden. Vrouwen die minderen of stoppen met borstvoeding doen dat vaak omdat ze zich bezwaard voelen op het werk.
Een moeder heeft verschillende rechten tijdens en na de zwangerschap. Gedurende de periode dat een vrouw borstvoeding geeft en weer aan het werk is, heeft de vrouw het zogenoemde kolfrecht. De eerste negen maanden na de geboorte mag een vrouw kolven en voeden op het werk. Daaraan mag een kwart van de werktijd besteed worden op kantoor of thuis. Deze tijd moet door de werkgever betaald worden. Iedere werkgever is verplicht een geschikte kolfruimte in te richten. Uit onderzoek van 24Baby.nl blijkt dat één op de acht vrouwen niet (volledig) doorbetaald krijg voor de bestede kolftijd. Een vrouw mag zelden naar huis om te kolven of voeden en werkgevers hebben bijna nooit een kolfruimte die voldoet aan de wettelijke eisen.
© Nationale Zorggids