Het Nederlands Zorginstituut adviseert minister Schippers van Volksgezondheid om de kraamzorg in het basispakket te houden. Het instituut schrijft in een brief dat 'de kraamzorg, bezien als een geheel van interventies, noodzakelijke zorg is die toegankelijk en beschikbaar moet zijn voor alle kraamvrouwen en pasgeboren kinderen.' Dit melden de Koninklijke Nederlandse Organisatie voor Verloskundigen (KNOV) en het Nederlands Zorginstituut.
In december vorig jaar verzocht de minister het Nederlands Zorginstituut om een advies over de aanspraak kraamzorg te formuleren. De rol van de kraamzorg in de geboortezorgketen en de internationale verplichtingen moesten in het advies meegenomen worden.
Het zorginstituut heeft de kraamzorg in Nederland getoetst en vindt dat deze zorg beschikbaar moet zijn voor alle kraamvrouwen en pasgeboren kinderen. In de brief aan de minister schrijft het instituut dan ook: 'Zorginstituut Nederland ziet op basis van deze conclusies dan ook reden om te adviseren de aanspraak kraamzorg in het verzekerde pakket te laten. Dit sluit bovendien goed aan bij de ontwikkeling naar meer integrale zorg in de geboorteketen en een goede overdracht naar de jeugdgezondheidszorg.'
Het advies stelt ook dat de kennisagenda kraamzorg zo snel mogelijk ten uitvoer gebracht moet worden. Ook wil het instituut dat het Landelijke Indicatieprotocol Kraamzorg (LIP) zo spoedig mogelijk geactualiseerd wordt. Door middel van het LIP wordt bepaald hoeveel uren kraamzorg er aan een moeder en kind aangewezen worden.
Klik hier om de brief van het Nederlands Zorginstituut te lezen.
© Nationale Zorggids
