Zo'n vijf procent van de kinderen die geboren zijn op of na 1 augustus 2011 is niet gevaccineerd tegen hepatitis B. Dat blijkt uit een rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, waarin de vaccinatiegraad van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) Nederland wordt weergegeven.
Het RIVM is tevreden over de deelname aan de verschillende vaccinaties uit het RVP over het verslagjaar 2014, die tussen de 92 tot 99 procent liggen. Uitzondering hierop vormt de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker, waaraan de deelname ten opzichte van het voorgaande verslagjaar is gestegen tot 59 procent. Sinds augustus 2011 is het RVP uitgebreid met de vaccinatie tegen hepatitis B. Tot die tijd werden alleen kinderen met een verhoogd risico hiertegen ingeënt. Van de groep zuigelingen zonder verhoogd risico heeft 95 procent deze vaccinatie gekregen.
De deelname aan het RVP blijkt te dalen naarmate kinderen ouder worden. Met de tweede vaccinatie tegen BMR (bof, mazelen, rodehond) voor 9-jarigen (92 procent) wordt nog steeds niet de gewenste 95 procent deelname bereikt. Een deelname van minimaal 95 procent is belangrijk vanwege het streven van de World Health Organization (WHO) om mazelen wereldwijd uit te roeien.
Verder blijft het belangrijk dat alle kinderen van moeders die drager zijn van hepatitis B de eerste extra vaccinatie hiertegen tijdig krijgen. Kinderen die op jonge leeftijd worden besmet met dit virus hebben namelijk een groter risico drager te worden van dit virus, dat op de lange termijn ernstige leveraandoeningen kan veroorzaken.
© Nationale Zorggids