Kinderen met chronische aandoeningen, zoals reumapatiëntjes, hebben baat bij een 'rijksvaccinatie-plus' programma, aldus promovendus Marloes Heijstek. Zij ontdekte dat kinderen met jeugdreuma minder lang beschermd zijn door vaccinaties dan gezonde kinderen. Om epidemieën tegen te gaan adviseert zij om deze kindpatiënten vaker te controleren en hervaccinaties te geven. Dit meldt de Telegraaf.
Marloes Heijstek, verbonden aan het UMC Utrecht, concentreerde zich in haar onderzoek op de effecten van vaccinaties bij kinderen met een verstoord afweersysteem, met name jeugdreuma patiënten. Zij concludeert dat de vrees van veel artsen en ouders dat de vaccinaties ervoor zorgen dat de kinderen meer last krijgen van hun reuma ongegrond is. “Maar de werkzaamheid van bijvoorbeeld het mazelenvaccin en het vaccin tegen baarmoederhalskanker bij kinderen met jeugdreuma duurt minder lang dan bij gezonde kinderen,” aldus Heijstek.
Bij een totaal van 400 jeugdreumapatiënten werd de afweer tegen bof, rodehond, tetanus en difterie onderzocht en vergeleken met die van 2176 gezonde jongeren. Kinderen in Nederland krijgen de vaccinaties tegen deze ziektes voor het eerst tussen de 6e week en de 14e maand van hun eerste levensjaar. De afweerstoffen waren bij alle kinderen van eenzelfde concentratie net na de inenting, maar op de langere termijn was de concentratie van afweerstoffen bij reumapatiëntjes lager. Deze kinderen waren dan ook minder beschermd. Ook de vaccinatie tegen meningococcen (de veroorzaker van hersenvliesontsteking) werd sneller afgebroken in het lichaam van reumapatiënten dan bij de gezonde kinderen.
Heijstek adviseert om reumapatiënten ook in de toekomst deel te laten nemen in het rijksvaccinatieprogramma, maar het is raadzaam, aldus haar, om kinderen met jeugdreuma of andere chronische aandoeningen regelmatiger te controleren. Bij verminderde weerstand kunnen ze dan gelijk voor hervaccinatie gaan.
© Nationale Zorggids
