Normal_pasgeboren_geboorte_baby

Zuigelingen die te vroeg of te licht geboren zijn krijgen niet altijd hun eerste DKTP-prik op tijd. Vooral in niet sterk verstedelijkte gebieden loopt de inenting nogal eens vertraging op. Dit meldt Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

Volgens de richtlijnen van het RIVM moeten alle kinderen met twee maanden (tussen week 6 en week 9) worden gevaccineerd tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP). Een onderzoeksgroep van het RIVM ontdekte dat 18 procent van de kinderen die op tijd en op gewicht worden geboren de DKTP-prik niet op tijd toegediend krijgt. Bij prematuren, zuigelingen die te vroeg of te licht worden geboren, loopt de vaccinatiegraad nog verder achter.

Hoewel de vaccinatiegraad tussen 2006 en 2010 steeg, bleek deze stijging duidelijk minder zichtbaar bij prematuur geboren kinderen. Van de extreem prematuren werd 66 procent op tijd ingeënt, van de prematuren kreeg 76 procent op tijd de prik en bij de op tijd geboren kinderen ligt dit percentage op 82 procent. Vergelijkbare cijfers golden voor kinderen die te licht geboren waren. Ook regio en etnische afkomst bleken een factor. Wanneer het vaccinatieprogramma via het ziekenhuis verliep, bleek de kans op vertraging van de inenting bij te lichte kinderen kleiner maar bij te vroeg geboren kinderen juist groter. Het RIVM waarschuwt dat een vertraagde inenting zuigelingen een hogere kans geeft op besmetting.

© Nationale Zorggids