Kinderen beginnen al met het aanleren van klanken en patronen terwijl ze nog in de buik van de moeder zitten. Ongeboren baby's blijken niet alleen gevoelig voor verschillen in volume en toon maar kunnen na training ook onderscheid maken tussen verschillende klanken. Dit meldt Volkskrant.
Doordat een foetus in vruchtwater drijft, klinken geluiden in de baarmoeder waarschijnlijk alsof je je hoofd onder water houdt. Verschillen in volume en toonhoogte zijn dan goed te onderscheiden. Uit onderzoek in Finland blijkt nu echter ook dat ongeboren baby's getraind kunnen worden op het onderscheiden van klinkers.
In het Finse onderzoek speelden zwangere vrouwen 29 weken lang een cd af met de nepwoorden 'tatata' en 'tatota'. Vlak na de geboorte werd van baby's die op deze manier getraind waren de hersenactiviteit vergeleken met een controlegroep van ongetrainde pasgeboren baby's. De baby's uit de eerste groep bleken opvallend sterk te reageren op de klankcombinaties waaraan ze in de baarmoeder waren blootgesteld. Deze resultaten dragen bij aan het groeiende bewijs dat kinderen al in de baarmoeder spraak- en patroonherkenning aanleren.
Volgens de wetenschappers duidt deze ontdekking erop dat vroege stimulatie van de taalgebieden in de hersenen belangrijk kan zijn in de taalverwerving van kinderen. Zo zouden baby's met een verhoogd risico op dyslexie volgens de onderzoekers baat kunnen hebben bij taaltraining in de baarmoeder. Paula Fikkert, hoogleraar eerste taalverwerving en fonologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen vindt deze claim te ver gaan. “Wetenschappelijk gezien zijn dit fascinerende resultaten, maar dat je foetussen kunt trainen op het onderscheiden van bepaalde contrasten, betekent niet noodzakelijkerwijs dat dit essentieel is voor hun taalverwerving.” Volgens Fikkert zijn eerst nog verder experimenten nodig om dat te kunnen bepalen.
© Nationale Zorggids
