Ouders hebben een invloed op de participatie van kinderen met een lichamelijke beperking. Dit concludeert Barbara Piškur in haar promotieonderzoek. Zij promoveert op 17 juni aan de Universiteit Maastricht. Dat meldt het Nederlands Jeugdinstituut.
In alledaagse activiteiten doen kinderen met een lichamelijke beperking minder mee dan leeftijdsgenoten die geen beperking hebben. Dit zou niet alleen komen door de lichamelijke beperking, maar ook door de invloed die ouders hebben op de participatie van deze kinderen. Ouders zouden zich vooral richten op barrières in de fysieke omgeving, hierbij valt te denken aan beperkte toegankelijkheid van speeltuinen. Wanneer beroepskrachten en autoriteiten onvoldoende begrip tonen voor het dagelijkse leven van kinderen met een beperking en hun behoefte om deel te nemen aan de maatschappij komen de ouders in actie. Het zou de ouders ook moeite kosten om geschikte vrijetijdsbesteding te vinden voor kinderen met een beperking.
Voor het onderzoek maakte Piškur gebruik van vragenlijsten, dagboekonderzoek en interviews. Aan het onderzoek werkten 146 Nederlandse ouders van kinderen met een lichamelijke beperking mee. De betreffende kinderen zijn tussen de vier en twaalf jaar ouder, wonen nog thuis en volgen onderwijs op een speciale- of reguliere school.