(Novum) - Bedrijven kunnen het arbeidsgehandicaptenquotum makkelijker halen als zij eenvoudige werkzaamheden weer uit het buitenland terughalen naar Nederland. Dat schrijft minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher (PvdA) aan de Tweede Kamer over 'reshoring', het tegenovergestelde van offshoring.
Bedrijven besteedden werkzaamheden vaak uit aan het buitenland omdat de loonkosten daar lager liggen. Door mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen kan het weer lonen dat werk in Nederland te laten uitvoeren. Vanwege de lagere arbeidsproductiviteit van deze werknemers stelt de overheid namelijk subsidie beschikbaar uit de Participatiewet.
"Dit biedt mogelijkheden om extra werk te creëren voor de doelgroep", schrijft Asscher. Als voorbeeld haalt de minister een bloempottenmaker aan die zijn productie terughaalde uit China en daarvoor personeel van de sociale werkplaats heeft overgenomen.
In het sociaal akkoord beloofden werkgevers de komende jaren honderdduizend mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Bedrijven die dit niet doen, krijgen een boete van vijfduizend euro per jaar voor elke werknemer met een arbeidshandicap die ze te weinig in dienst hebben.
Asscher lost met de brief een belofte aan de Kamer in met een visie te komen over 'reshoring'. Het positieve effect van het terughalen van banen op de werkgelegenheid is volgens de bewindsman wel moeilijk in te schatten. Veel werk dat wordt teruggehaald is hoogwaardig of wordt uitgevoerd door robots.
Het kabinet zegt reshoring te stimuleren, maar wel met 'generiek' beleid, zoals onderwijsinvesteringen en regelingen voor innovatie. Het kabinet belooft bedrijven te ondersteunen bij het inzichtelijker maken van de kosten van offshoring en reshoring aan de hand van goede voorbeelden uit de praktijk.
