Regulier onderwijs volgen heeft een gunstig effect op de vooruitgang van kinderen met het Downsyndroom. Zij leren beter praten, lezen, rekenen en schrijven dan kinderen met Downsyndroom in het speciale onderwijs. Dit meldt Trouw.
Waar 25 jaar geleden nog slechts 1 procent van de Nederlandse kinderen met Down naar het reguliere basisonderwijs gingen, zijn dat nu al meer dan de helft. Deze jaren op een gewone school, zo concludeert promovendus Gert de Graaf van de Universiteit Gent in zijn proefschrift, leveren flinke winst op.
Naast een rijkere taalomgeving en meer aandacht voor het aanleren van schoolse vaardigheden, hebben de leraren uit het reguliere onderwijs meer tijd te besteden aan de individuele begeleiding van kinderen met Downsyndroom dan in het speciaal onderwijs. Dit komt doordat de reguliere basisschool extra geld krijgt voor deze leerlingen.
'Scholen die er samen met de ouders echt voor gaan kunnen het redden met zeer bewerkelijke kinderen', aldus Gert de Graaf. Een positieve houding vanuit de school en een goede samenwerking tussen leerkrachten en de ouders is dan ook van cruciaal belang. Waar de ene school een kind met Down een 'te zwaar geval' vindt, ziet een andere school het juist als 'een mooie uitdaging'. Niettemin gaan kinderen met het syndroom van Down na een paar jaar op de gewone basisschool vaak alsnog naar het speciale onderwijs. Ook de overstap naar het reguliere voortgezet onderwijs is maar voor enkelen van hen weggelegd.
© Nationale Zorggids
