Sommige patiënten die vanwege aanvallen van epilepsie voor observatie naar een epilepsiecentrum komen, blijken toch geen epilepsie te hebben. Hun aanvallen lijken op epilepsie maar bij onderzoek zijn geen epileptische ontladingen in de hersenen zien. Uit een studie blijkt dat ook deze patiënten toch het beste af zijn in een epilepsiecentrum voor de diagnose en bij de start van de behandeling. Dat meldt het epilepsiecentrum Kempenhaeghe.
Klinisch psycholoog en psychotherapeut Nynke Bodde promoveerde donderdag op een onderzoek naar patiënten met zogeheten psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA). Bodde zegt dat de uitgebreide diagnostische mogelijkheden in een epilepsiecentrum ervoor zorgen dat met zekerheid kan worden vastgesteld dat het niet om epilepsie gaat. Voor patiënten die de diagnose PNEA krijgen is het belangrijk om te weten dat 'elk mogelijk onderzoek is gedaan'. Volgens Bodde helpt dit de patiënt bij het accepteren van de diagnose PNEA. In een epilepsiecentrum is veel kennis aanwezig over het omgaan met de aanvallen. Hiermee zijn ook de patiënten met pseudo-epileptische aanvallen gebaat.
Van de patiënten met aanvallen van epilepsie die voor nadere diagnostiek worden doorverwezen naar gespecialiseerde centra, blijkt ongeveer twintig procent PNEA te hebben. Een deel van de patiënten met PNEA heeft daarnaast ook epileptische aanvallen. Aan psychogene niet-epileptische aanvallen liggen vaak emotionele oorzaken ten grondslag.
© Nationale Zorggids