Vijf gemeenten in Midden-Holland en VGZ zijn een samenwerking gestart om ouderen beter te adviseren en begeleiden in hun zoektocht naar passende, blijvende zorg. Het gaat om de gemeenten Gouda, Waddinxveen, Zuidplas, Bodegraven-Reeuwijk en Krimpenerwaard. Dit meldt VGZ.
Ouderen wonen steeds vaker langer thuis. Zodra het nodig is, krijgen zij zorg en ondersteuning vanuit de gemeente via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), vanuit de zorgverzekering via de Zorgverzekeringswet (Zvw) of vanuit het zorgkantoor via de Wet langdurige zorg (Wlz). Als ouderen uiteindelijk meer zorg en ondersteuning nodig hebben, moesten zij zelf verder op zoek. Deze gemeenten willen hen nu beter begeleiden in die volgende stap naar passende zorg.
Kennisloket Thuis in Blijvende Zorg
Voor een zorgaanvraag via de Wmo kan een bewoner contact opnemen met de gemeente. Voor inwoners die meer zorg en ondersteuning nodig hebben dan Wmo biedt, heeft Coöperatie VGZ het Kennisloket Thuis in Blijvende Zorg opgericht. Speciaal voor ouderen, hun verzorgers en mantelzorgers. Het Kennisloket adviseert telefonisch over de verschillende opties; thuis of in een zorginstelling, de keuzes die bewoners hebben en hoe de zorg te regelen is.
Gratis en voor ouderen
Het Kennisloket Thuis in Blijvende Zorg is een gratis service voor alle ouderen woonachtig in Midden-Holland. Ook voor mensen die niet bij VGZ verzekerd zijn. Ouderen of hun naasten kunnen bellen voor advies. Maar ook zorgaanbieders, medewerkers van de gemeente, casemanagers of cliëntondersteuners kunnen er terecht. Marieke Braks, directeur langdurige zorg bij het VGZ Zorgkantoor: “Zo kunnen we inwoners echt ontzorgen. We helpen in de zoektocht naar de best passende zorg in een periode waarin mensen vaak kwetsbaar zijn. We geven snel duidelijkheid in de mogelijkheden en de stappen daar naartoe. Daarnaast zorgen we voor geruststelling voor de toekomst. We nemen de ouderen en hun naasten mee in wat zij kunnen verwachten en wat de zorgmogelijkheden zijn. Zo houden zij de regie in eigen hand en zijn ze goed voorbereid op wat er komen gaat.”
Door: Nationale Zorggids