Vooral in het sociale domein liggen nog onbenutte kansen voor het versterken van de zelfredzaamheid van ouderen. Om te achterhalen wat effectieve interventies zijn om ouderen langer thuis te laten wonen is aanvullend onderzoek nodig. Dat onderzoek zou zich vooral moeten richten op groepen die extra risico lopen op verlies van zelfredzaamheid. Dat schrijft de Gezondheidsraad aan de minister van Volksgezondheid.
Het wetenschappelijke onderzoek naar interventies om ouderen zelfredzaam te maken of te houden heeft tot nu toe weinig significante uitkomsten opgeleverd. De doelgroep van het onderzoek is vaak te heterogeen en de gehanteerde kwantitatieve methoden zijn niet altijd geschikt om effecten aan te tonen van complexe interventies. Bovendien gaat het vaak om medische interventies, waarmee op dit terrein weinig winst meer te halen valt.
De Gezondheidsraad adviseert nieuw onderzoek vooral te richten op het sociale domein. Drie groepen verdienen speciaal aandacht: ouderen met weinig hulpbronnen (zoals een beperkt sociaal netwerk), ouderen die kampen met tijdelijke kwetsbaarheid door bijvoorbeeld een ziekenhuisopname of verlies van een partner en zeer kwetsbare ouderen die afhankelijk zijn van intensieve thuiszorg. In onderzoek moet rekening gehouden worden met de heterogeniteit binnen de groep ouderen. Verder is het van belang dat onderzoek aansluit bij de vragen die in de praktijk leven en bij de behoeften van ouderen zelf.
De raad beveelt aan te investeren in de opbouw en uitwisseling van kennis op dit terrein en de bestaande samenwerkingsverbanden verder uit te bouwen. De netwerken die zijn ontstaan in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg kunnen een basis vormen voor de samenwerking tussen zorgprofessionals, kennisinstellingen en beleidsmakers.
Door: Redactie Nationale Zorggids