Hoe handig zijn senioren op internet? Zijn ze bekend met nieuwe ontwikkelingen? En hoe zien zij de digitale toekomst? Uit het grote KBO-PCOB onderzoek onder 1700 senioren blijkt dat zij het internet vooral gebruiken voor sociale contacten en informatie. Voor ruim 80 procent van de senioren is dagelijks online zijn een volstrekt normale bezigheid. Maar de digitale toekomst baart ook zorgen. Dat meldt KBO-PCOB.
Praktische zaken regelen zoals internetbankieren, contact met de gemeente, een reis boeken of aan de slag met foto’s, zijn zaken die via internet geregeld worden door senioren. Meer dan de helft gebruikt hiervoor een tablet of een smartphone. Sociale netwerken spelen daarnaast ook een belangrijke rol; zeven op de tien senioren maakt er gebruik van. Facebook is het meest gebruikte medium. Dat het internet onder senioren goed is ingeburgerd blijkt ook uit het feit dat een ruime meerderheid aangeeft dat het dagelijks leven gemakkelijker is geworden door het gebruik van internet.
Maar senioren zijn ook bezorgd over de digitale toekomst. Zo ervaart ruim een op de tien senioren dat het gebruik van internet hen moeilijker afgaat dan vroeger. Vier van de tien denken dat het gebruik van de computer moeilijker zal worden en driekwart is van mening dat zij op termijn niet alle toekomstige internetontwikkelingen kunnen volgen. Senioren verwachten ook niet dat zij deze nieuwe ontwikkelingen nog zullen gaan oppakken of leren. Wat nu niet gebruikt wordt, gaat ook straks niet meer gebruikt worden.
Alleen vaardig zijn op internet is onvoldoende om ook echt op de digitale toekomst voorbereid te zijn. Daarom is het van groot belang dat senioren daar blijvend in worden begeleid. Manon Vanderkaa, directeur KBO-PCOB: “Wij zetten als vereniging in op begeleiding van senioren door de inzet van onze eigen, vrijwillige tabletcoaches. Zij leren senioren over het scala aan mogelijkheden die de digitale wereld te bieden heeft, van Facebook tot belastingaangifte. Een prachtige manier om senioren digivaardig en voor de toekomst digibestendig te maken.”
Door: Redactie Nationale Zorggids