Huisarts Chantal Hensens gooide 3,5 jaar geleden het roer om. In plaats van het oplossen van problemen wilde ze toewerken naar preventie. Dit deed ze bij veertien patiënten, wat 600.000 euro aan zorgkosten bespaarde. Dat het een kleine proef is, maakt de zorgverzekeraars niet uit. Over 15 jaar verdubbelt het aantal dementiepatiënten, dus besparingen zijn hard nodig, menen CZ en VGZ.

Hensens zorgt er voor dat de wijkteams verbonden aan haar huisartsenpraktijk in contact blijven met de patiënt en mantelzorger, ook na het keukentafelgesprek en het toekennen van zorg. De wijkteams bestaan uit een casemanager (gespecialiseerde verpleegkundige), welzijnswerker, fysiotherapeut, ergotherapeut, huisarts, specialist ouderengeneeskunde en wijkverpleegkundige. Samen bekijken ze de situatie van de patiënt thuis en proberen ze zo veel mogelijk bezoekjes naar het ziekenhuis te voorkomen. Een belangrijk onderdeel van de nieuwe aanpak is het ontlasten van de mantelzorger, zodat deze zijn of haar werk zo lang mogelijk kan blijven uitvoeren.

“Ik bluste eerst vooral brandjes, als een dementerende viel, een longontsteking had, angstig, agressief of eenzaam was. Familieleden belden op vrijdag met de boodschap ‘nu kan het écht niet meer’”, zegt Hensens over de vroegere situatie in Wijchen. Ze werkt nu samen met het Radboudumc met de DementieNet-aanpak die tot nu toe op diverse locaties in Nederland succes heeft geboekt. Zorgverzekeraars VGZ en CZ overwegen de aanpak te financieren. Maar eerst moet de aanpak zijn nut bewijzen.

DementieNet verbindt zorgprofessionals en wil zo de dementielast voor alle betrokken partijen verminderen. De zorg wordt georganiseerd in een netwerk rond de patiënt. Binnen dit netwerk vindt overleg plaats, waardoor de zorg afgestemd wordt op de patiënt met dementie. Uiteindelijk kan de oudere zo langer thuis blijven wonen. 

Door: Redactie Nationale Zorggids