De bestuurders van Zorggroep Alliade hebben het vertrouwen in de zorg aangetast. Door de schijn van belangenverstrengeling wordt het vertrouwen in de integriteit van een zorgaanbieder ondermijnd. Dat vindt staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid. Hij reageert hiermee op het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) waarin het oordeelt dat de bestuurders niet hebben gefraudeerd, maar wel een onwenselijke situatie hebben gecreëerd door schijn van belangenverstrengeling. Dat meldt NOS.
Ondanks dat de directeuren geen extra inkomsten kregen door samenwerkingen aan te gaan met bedrijven waarvan ze zelf eigenaren waren, is het volgens Van Rijn onwenselijk om een situatie te creëren waarbij het de schijn van belangenverstrengeling heeft. Daarbij maakt het niet uit of er financieel voordeel uit gehaald wordt.
“Cliënten moeten volledig kunnen vertrouwen op de integriteit van zorgaanbieders. Het laten bestaan van een situatie waarin steeds weer de vraag gesteld kan worden welk belang hiermee wordt gediend, ondermijnt dit vertrouwen”, aldus Van Rijn in een brief aan de Tweede Kamer.
Alliade moet maatregelen nemen om de schijn van belangenverstrengeling weg te nemen en in de toekomst te voorkomen. Daarvoor heeft Alliade van de IGZ vier weken na publicatie van het rapport de tijd gekregen. De zorggroep heeft inmiddels al maatregelen genomen en onderneemt verdere acties om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Directeuren mogen bijvoorbeeld zelf geen contracten meer tekenen voor diensten waarbij ze zelf betrokken zijn en processen worden scherper vastgelegd. De twee directeuren treden per 1 januari 2017 terug.
Door: Redactie Nationale Zorggids